Destijds een spannend en bekend tafereel voor passanten rondom het
sluizencomplex.
Bij problemen of
inspectie aan de sluizen werd er een duiker ingezet. In het loodzware
pak werd hij dan voorzichtig
neergelaten
in het water. Zijn collega's op de boot zorgden dan d.m.v. draaien aan
de luchtkast dat hij van zuurstof
werd
voorzien. Zowel het duiken als het draaien was zeer zwaar werk. Het was
altijd zeer apart om dit schouwspel
gaande
te slaan. Door de opborrelende luchtbellen zag je altijd waar de duiker
zich onderwater bevond.
Van
links naar rechts: Frans
Schenkers, Karel Rijkhals, vervolgens de duiker Kees Krombeen,
onbekend,
dhr. Klap, met pijp
Karel Rijkhals (Sr) en Finus de Poter.
|