Februari 1953:  Hansweert kroop door het oog van de naald en de hachelijke tocht een week later  

Terug naar Hoofdpagina

Het is 31 Januari en moeders verjaardag werd gevierd. Het gehele gezin was voor deze gelegenheid naar huis gekomen. Mijn verloofde Riet uit Oud Vossemeer, die enkele jaren later mijn vrouw zou worden, had ik die avond nog op het station in Kruiningen afgehaald. Het stormde al wel flink die avond, maar verontrust waren we zeker niet. Het had al meer hard gestormd, maar de factor met spring vloed en de opstuwende noordenwind zou in de loop van de nacht de situatie dramatisch veranderen. Mijn broer Hannes woonde destijds met zijn vrouw in Waarde waar ze al enkele jaren in een huisje woonden wat ze hadden laten bouwen. Die avond waren ze ook naar moeders verjaardag in Hansweert gekomen en na afloop waren ze net als de overige kinderen hier blijven slapen.  

Midden in de nacht werden we opgeschrikt door Dries Westdorp die luid op de luiken sloeg en riep Poley, je moet er uit komen de dijk staat op doorbreken. Iedereen schrok wel, maar paniek was er niet echt. We woonden toch een paar honderd meter van de dijk die zo robuust was met daarboven op nog zo’n lange rij muurtjes. We waanden ons op dat moment echt veilig. Maar na pols hoogte te hebben genomen dachten we hier wel anders over. Die muurtjes stonden er wel, maar het water sloeg er over heen en de helft van de dijk was al naar beneden gezakt. Ja toen beseften we pas dat het heel kritiek was. Ik liep richting de sluizen en daar stroomde het water al vanaf de oprit het dorp in. Vervolgens ben ik de sluizen over gelopen, waar op dat moment het water al over de sluisdeuren heen liep. De golven bonkten op de sluisdeuren waarvan al op diverse plaatsen de planken waren weggeslagen. Daarna ben ik weer naar huis gegaan. Onder de ochtend hoorden we dat de Kruiningse polder ondergelopen was. Ik ben toen weer de sluizen terug overgegaan. Staande op de Oosthavendijk besefte ik dat er een echte Ramp aan de gang was. Vele huizen van Hansweert-Oost stonden tot aan de dakgoot in het water. Zover ik kon kijken richting Kruiningen zag ik alleen maar water. Mijn gedachten gingen uit naar al die mensen die daar in die polder woonden.

Die nacht luide de nood klok en Burgemeester Vogelaar die grote problemen zag voor Hansweert-west kwam pols hoogte nemen van de situatie. Hij wist nog niet dat de situatie in Kruiningen op dat moment al dramatische vormen had aangenomen. Na zijn vertrek ’s nachts begaven de dijken het. Mede doordat de dijken rond Kruiningen het hadden begeven werd het dorp Hansweert gespaard voor het water. De gevolgen voor Hansweert waren zeker ook dramatisch geweest als één van de dijken bezweken was. De kom van het dorp was gelegen tussen 3 dijken. Als de Scheldedijk het begeven had, was er waarschijnlijk een grote draaikolk tussen de Zee-, Kanaal- en Boomdijk opgewekt die het dorp in korte tijd had weggevaagd. De elementen hadden Kruiningen opgeofferd om Hansweert te besparen.  Omdat de dijkval er heel kritiek uit zag en de polder van de Breede-watering in gevaar was kwamen voor al veel inwoners van Schore en Kapelle helpen om met zandzakken het gevaar te beteugelen. Het was een hele operatie, zand zakken werden gevuld en anderen droegen de zakken om de dijk weer te verstevigen. Het vrachtwagentje van de toenmalige boomkwekerij "Van Liere" heeft diverse mensen van Kapelle naar de bedreigde plekken vervoerd. Voor de  inwendige mens kwam het Leger des Heils in actie die voor broodjes en soep zorgden. Een andere bedreigde plek was bij tuindorp tussen het veerhuis en de woning van Ko van Ertvelde en Frieda. Daar was ook een dijkafkalving. Deze is door de dorpelingen zelf verstevigd. Ikzelf was ingezet bij de afkalving aan de westzijde van het dorp. Wij woonden een paar honderd meter in het verlengde van deze bedreigde plek. Er werd gezegd, "Poley jij woont zo dicht bij deze plek, het zou raadzaam zijn dat je voor alle zekerheid een goed heen komen zoekt".  De beesten zijn toen tijdelijk bij de Fam. Eckhard en Mol ondergebracht in Vlake. En moeder en de meeste van het gezin zijn tijdelijk naar Goes geëvacueerd. Gelukkig allemaal voor niets, de dijk hield het op deze plaats. Ook op de sluis was een gevaarlijke situatie ontstaan en die hebben ze met vooral balen cement gedicht. Daar heeft o.a. Jan Flips aan gewerkt en met de vrachtwagen van zijn broer Flip, beter bekend als Flup, materialen aangevoerd. Daar kom je dan later maar achter omdat ieder op dat kritieke moment op zijn eigen stek stond te werken. Zo is het verleden weer boven komen drijven en de aanhef van "Hansweert kroop door het oog van de naald", is hier zeker op zijn plaats.

De zondag erop werden we pas echt geconfronteerd met de gevolgen van de ramp voor Kruiningen. Broer Hannes was zeer benieuwd hoe de situatie in Waarde was en niet te vergeten hoe zijn huis erbij stond. Misschien was er nog iets van de huisraad te redden. Hannes had een roeiboot kunnen lenen die lag afgemeerd aan de oprit in Hansweert-Oost. De buurjongen Jaap Goedheer die bij de polder werkte en ervaring met roeien had zou mee gaan om in Waarde te gaan kijken. Goed, wij op weg met de roeiboot. Onderweg zagen we de vreselijkste taferelen. Overal dreven kadavers van paarden en koeien. We kwamen langs de buurt van de Sandeeweg in Kruiningen en keken naar de plek waar het huis van Ome Jaap had gestaan. Ze waren in de Rampnacht, nadat het huis was ingestort, op het dakgedeelte dat bleef drijven richting het huis van de Fam. Kostense gedreven. Daar zijn ze gelukkig alle 10 ongedeerd aangekomen. Wij weer verder richting Waarde geroeid. Nadat we Kruiningen gepasseerd waren kwamen we midden in de polder de veerboot “De Willemsdorp” tegen, die door een gat in de dijk landinwaarts was gesmeten. We hadden geluk dat het op dat moment hoog water was en daardoor via een gat de Kitdijk konden passeren. Dit was de binnendijk tussen Kruiningen en Waarde.

 

De situatie rond de toegangsweg en aanlegsteiger van de veerboot te Kruiningen.

Even later kwamen we aan in de Plasseweg bij de woning aan. Bij het huis dat gelukkig nog overeind stond hebben we bij een zolderraam aangemeerd en zijn we naar binnen gestapt. Het huis stond half in het water op dat moment. We zijn op een tafel gaan staan en hebben met een haak zoveel mogelijk spullen naar boven gehaald. Met behulp van het bloot gelegde rachelwerk van het plafond konden we ons optrekken en verplaatsen binnen de woning. We haalden zoveel spullen als mogelijk was naar boven. De vloerbedekking en zelfs de kachel werden m.b.v. de haak naar boven gesleurd. Alles werd in de roeiboot geladen die hierna behoorlijk zwaar afgeladen was en behoorlijk diep in het water was komen te liggen. Nadat we wat gegeten hadden hebben we het huis, met de rat die op zolder zenuwachtig heen en weer liep, verlaten om de terugtocht aan te vangen.

We roeiden weer richting “De Willemsdorp” en dachten zo naar huis te varen. Onderweg kwamen we weer vele kadavers, pakken stro die bemand waren met kippen die eindeloos door de polder voeren en alles wat maar drijven kon tegen. We kwamen weer aan bij het gat in de binnendijk waar ons een grote verrassing wachtte. Omdat het gat vrij hoog in de dijk zat waren we daar bij vloed met een lege boot zo de polder van Waarde binnengevaren. Helaas was het nu eb en keken we tegen een gedeeltelijk drooggevallen polder richting Kruiningen aan. We konden nergens heen en moesten eerst de vloed afwachten die de polder weer onder water zou zetten. Er stond een straffe oosten wind en het was ijzig koud. Tot overmaat van ramp begon het ook nog te sneeuwen. Om de tijd te doden deden we niets anders dan stokjes zetten aan de vloedlijn om te kijken wat het water deed. Met ongeduld zaten we op onze eerdere vijand, “het water”, te wachten tot die een vaarweg voor ons zou maken. We gingen ons nu ook ongerust maken over de achterblijvers thuis. Die hadden er geen weet van dat wij hier vast zaten en niet verder konden. Het liep tegen het einde van de middag en de schemering viel in. We opperden nog het idee om een hut te bouwen. Hout lag er genoeg op het eilandje waar we samen met nog wat kippen en een hond zaten. Deze laatste was niet zo gesteld op visite en veiligheidshalve bleven we dus maar uit zijn buurt. Maar Jaap moest naar huis, want hij zei “moeder wordt wel gek als ik vannacht niet thuis kom”. We vonden dat hij eigenlijk wel gelijk had. Hij was de enigste zoon en ook nog voor ons “plezier’’, mee gegaan. We namen, nadat het water hoog genoeg was, het besluit om verder te gaan. Maar toen begon de ellende pas goed. Bij het vertrek was de avond al volledig ingevallen en was het pikdonker om ons heen. Of het nog niet genoeg was ging het nog harder sneeuwen. Het zicht was minder dan niks. Wij als onervaren roeiers dachten dat we de juiste kant opgingen. Van deze gedachte kwamen we snel terug toen we binnen enkele uren verschillende keren de veerboot “De Willemsdorp” in de Kruiningse polder tegenkwamen. We hadden al die tijd in de donkere, koude en door sneeuwbuien geplaagde nacht rondjes om de veerboot heen gevaren in de veronderstelling dat we telkens land zagen.  

Maar eindelijk begon het wat op te klaren en jawel we zagen weer lichtjes. De één dacht aan Hansweert, Jaap dacht dat hij het kaasgat richting Yerseke herkende. Er verschenen steeds meer lichtjes en niemand van ons had het bij het juiste eind, want het waren de lichtjes van een Zeeboot die voor een gat in de buitendijk lag. Het water was bijna weer op zijn hoogste stand en zou weldra de polder weer leeg laten stromen. We moesten nu snel zien weg te komen van het gat in de dijk om niet met het afgaande water de Schelde mee op gesleurd te worden. We roeien de andere kant weer op en uiteindelijk namen we de contouren van de besneeuwde zeedijk waar. Deze hebben we gevolgd tot dat we uiteindelijk bij Hansweert-Oost aankwamen. We waren nog wel wat huiverig om de dijk te benaderen. We wisten dat er militairen patrouilleerden die plundering moesten tegengaan. Gelukkig waren ze door de familie, die al uren naar ons hadden uitgekeken, ingelicht. Ze wisten dat wij niet waren teruggekomen de vorige avond en hadden de hoop dat we toch nog die nacht zouden terug keren. We meerden na een uitputtende nacht aan bij de oprit van Hansweert-Oost.    

Dit was de plaats aan de "oprit" in Hansweert-oost waar we na de bizarre tocht weer voet aan land zetten. 

Blij dat we veilig waren teruggekeerd, met wat je voor deze tijd misschien zou zeggen “waardeloze spullen”. Maar voor die tijd hadden we toch nog heel wat gered en daarna zijn we snel huiswaarts gegaan. Het was maar goed dat we voor we aan deze hachelijke tocht begonnen, niet wisten wat ons allemaal te wachten zou staan. Gelukkig hebben we het gered. 

P. Poley,  Kruiningen,  Januari 2004


 

Zie ook de uitgebreide en interessante website van Sjaak van Loo over de Watersnoodramp van 1953 in Kruiningen en omgeving:  http://www.radioloo.nl/

 

Terug naar Hoofdpagina